Bart en ik hadden onze lange pauze: na onze vorige roeibeurt zijn we in de Enorme Volvo van Jurian gestapt en zijn, nadat Bart ontdekt had hoe de auto werkte, een heel end doorgereden, naar een prachtig stukje Friesland: een doodlopend weggetje pal langs de vaart.
Daar hebben we de auto aan de kant gezet, de stoelen omlaag gedraaid en onze ogen dichtgedaan. Een kwartiertje geleden ging de wekker: we lopen nog steeds een beetje achter op ons (blijkbaar woest-ambitieuze) schema, dus we hebben nog even de tijd om rustig wakker te worden.
Toen keek ik naar de doorkomsttijden. Eerst scheef (o, kut, we liggen een kwartier achter die Duitsers) en toen iets beter (nee, wacht, er zit een andere ploeg tussen inmiddels, maar we liggen nog steeds anderhalve minuut voor!). En ineens was ik weer helemaal wakker en had ik helemaal zin in een kopje thee en een klein ontbijtje. Klein, want dan lust ik ze rauw!